–en wat mijn kinderen nog meer over onze geriatrische kat te zeggen hebben-
Magalie loopt de keuken in. ‘Frits leeft nog.’ Frits is onze geriatrische Brits Korthaar. De (gecastreerde) Kater Familias. 17 jaar oud. En nog net zo zacht als hij als kitten was. Frits en ik zijn huisgenoten sinds een maand voor mijn afstuderen in 2007. Hij heeft naast mijn afstuderen, mijn eerste grote mensenbaan, drie verhuizingen, twee honden, twee kittens, en – meest belangrijk – de geboorte van mijn kinderen meegemaakt. Frits en ik go way back. Way.
Brits kortharen zijn raskatten en worden in de regel minder oud dan een HTK-tje (voor de newbies in kattenland onder ons: huis-tuin-en-keuken-kat). Dus leek het me een jaar of twee geleden verstandig om – met het oog op verwachtingsmanagement richting mijn kinderen en om de continuïteit in onze rattenpopulatie te waarborgen – op zoek te gaan naar een kitten. Brits kortharen waren op dat moment lastig te vinden, maar Maine Coons bleken – na een zoeksessie op internet – een vergelijkbaar karakter te hebben. Lees: Momfer de Mol die goed gaat met kinderen en honden. Na een middag op Google vond ik een betrouwbare cattery waar de kinderen en ik kennis mochten komen maken. Op zoek naar een katertje. En dat is nu precies het moment waarop de trein lichtelijk van de rails liep.
Het katertje werd direct gespot. De kleine bol wol knuffelde met Quint en Magalie en wilde niet meer van Quint’s schoot. Dit werd onze Youp. Maar zijn zusje Coco was ook nog niet besproken. Coco bleek extra teentjes te hebben. En dat vond ik zielig. Ik was bang dat ze geen huis zou vinden. Dus deed ik niet alleen voor Youp een aanbetaling, maar ook voor Coco. En hadden we ineens twee kittens in de pijplijn zitten. Van een naar drie katten binnen vijf minuten. Die avond opende ik mijn laptop om me verder in te lezen over het ras. Om er vervolgens achter te komen dat Maine Coons niet alleen heel groot worden (voer de rasnaam in op Google en begrijp mijn lichte paniek), maar dat de extra tenen (nu weet ik dat dat ‘polydactyl’ heet) typisch zijn voor het ras. Coco was dus helemaal niet zielig. Maar wel heel lief. Qua formaat van de katten bestelde ik met vooruitziende blik een extra grote kattenbak bij de dierenspeciaalzaak. Want mijn zoektocht had me geleerd dat Maine Coons in een normaal formaat kattenbak klem kunnen komen zitten. Leek me hilarisch om te zien, maar niet optimaal.
Een paar weken later mochten we het duo ophalen. In Coronatijden, dus overdracht bij de voordeur. Maar wat waren ze welkom. De kinderen blij, onze hond Scottie blij – Frits iets minder blij. De geriatrische kater heeft ze de eerste drie maanden gemeden. Met de passie van duizend zonnen. Het hielp niet dat hij nu zijn kattenbak en zijn voer moest delen. Maar gaandeweg bleek Frits op te leven door de uitbreiding van onze diergaarde. Begon de kittens kopjes te geven. Huppelde de trap op en af. Stond steeds vaker spontaan spinnend in de keuken, waar hij eerder liever boven bleef.
En nu, twee jaar later, doet hij dit nog steeds. Zoekt Youp en Coco op. Staat met regelmaat ineens in de keuken – waarbij het duidelijk is dat hij geen flauw idee heeft wat hij er doet. Of zoals mijn kinderen zeggen ‘Hij is een oud opaatje dat de weg kwijt is.’ Ook wordt Frits wat strammer. Schrijdt nu de trap op in plaats van te huppelen. Maar hij eet, drinkt en geniet tevreden van zijn pensioen.
‘Hij heeft wel wat lopen kwijlen. En hij stinkt.’ Magalie geeft me de volledige update over het welzijn van onze Kater Familias. Dat stinken komt door de missende tand in zijn bekje. Quint loopt de keuken binnen en vult een glas met water. ‘Wil jij Frits’ bekje zo even schoonmaken?’, vraag ik hem. Quint neemt een slok, knikt en loopt met een pak baby wipes de keuken uit. Pro tip: ook lang nadat kinderen uit de luiers zijn blijven die doekjes ideaal. ‘Dank, lief.’, roep ik hem na. Magalie grist mijn telefoon van het aanrecht om de Sonos aan te slingeren. Taylor Swift’s Cruel Summer klinkt door de speakers.
Als ik de Shepherd’s Pie in de oven schuif loopt Quint de keuken in en legt de baby wipes terug op het aanrecht. ‘Frits doet het nog, mam.’ Ik lach. Gelukkig wel.