–en waarom dat niet per se het speelveld opengooit-
‘Chris, serieus echt. Gadverdamme.’ Bas. Meer specifiek: hardlopen met Bas. Nou ja, ik loop hard en Bas ontbijt. Ik neem hem mee via mijn AirPods. We noemen dit ‘hollen met Bas’. Met allebei drukke levens is dit de manier om onze vriendschap te onderhouden. Het gras is groener waar je het water geeft.
‘Nee, ho! Niet tegelijkertijd, Bas. Even. Wat denk je wel niet van me. Dat is toch veel te gecompliceerd!’ Blijkbaar denkt Bas precies dit van me. Een polyamoureuze bosnimf. ‘Ik dacht al. Welke veertigerscrisis heb ik dit keer niet aan zien komen.’, antwoordt hij droog. Ik lach en wens de wandelaars met hond die ik inhaal een goedemorgen. De veertigerscrisis is het nieuwe dertigersdilemma. Het dertigersdilemma is me bespaard gebleven. Voor de veertigerscrisis heb ik hetzelfde plan. Maar ik ben realistisch genoeg om in deze Burns te citeren: ‘The best-laid plans of mice and men often go awry.’.
‘Even, Bas. Ik zit nu blijkbaar precies op dat snijvlak waar ik allebei de kanten op kan.’ Ik had hier al over gelezen. En gehoord van vriendinnetjes. Maar al datend ervaar ik het nu zelf. Alles tussen de eind twintig en begin vijftig komt voorbij. Het voelt als een festivalterrein waar ik voor een zeer beperkte periode toegang tot heb. En waarvan ik niet zo goed weet wat ik ermee moet en wat ik ervan vind. Want de twintigers voelen problematisch jong en de vijftigers ANWB-setjes oud. Inmiddels weet ik wel de liefde zich niets aan trekt van leeftijd. Wacht. Nee. Terug. Ik heb toen ik net als advocaat werkte weinig, maar voldoende strafrecht meegekregen om te weten dat dit een door veroordeelde pedofielen graag gebruikt argument is. Resume: liefde trekt zich niets aan van leeftijd, mits deze binnen de legale grenzen valt. Zo.
Mijn idee over het festivalterrein deel ik met Bas. ‘Nou, festivalterrein, festivalterrein. Na die zomer die jij afgelopen jaar hebt gehad, kunnen we het gerust een kermis noemen.’ Ik stoot een lach uit en gooi er een verontwaardigd ‘BAS!’ achteraan. Zero f’s given vult Bas zijn opmerking aan met ‘Blij dat ik kaartjes had. Dit had ik niet willen missen.’ Ik schud mijn hoofd en gooi het tempo omhoog. ‘Ik hijg wat omdat ik er een interval ingooi.’, manage ik de verwachtingen. Rechtsaf het bruggetje over en langs het water. ‘Ja, dat zou ik ook zeggen als ik jou was.’ Schaterlachend probeer ik het tempo vast te houden. ‘Het waren maar drie attracties, Bas. Waarvan in ieder geval twee geschikt waren voor alle leeftijden.’ Bas verslikt zich hoorbaar in zijn ontbijt. ‘Chris, m’n yoghurt!’, piept hij. Zelfvoldaan gooi ik het tempo nog iets omhoog. Had hij maar niet over die kermis moeten beginnen. ‘Hoe gaat het met jouw liefde?’, verander ik van onderwerp. Luisterend naar hoe Bas overloopt over zijn lief tik ik de intervallen weg.
Een paar uur later sta ik met vriendinnetje en buuf Elisabeth op de stoep voor ons huis. Haar bruine labrador duwt zijn kop tegen mijn knie. Ik zwaai naar Roderick die in zijn Porsche (zijn self-proclaimed midlifecrisis op wielen) stapt en wegrijdt. Vrienden die spontaan eten langs komen brengen moet je koesteren. Want het gras blijft echt groener waar je het water geeft. En af en toe een scheutje Pokon. Note to self: fles wijn laten bezorgen als dank. Elisabeth kijkt hem na en draait zich vervolgens naar me toe. ‘Die is leuk’, state ze the obvious. Ik lach en knik. ‘Ja…’. Elisabeth heeft van nature een ondeugende twinkeling in haar ogen die nu extra glimt. ‘Ik ben heel gelukkig getrouwd.’ Ik knik weer en voel dat er een punchline aankomt. ‘Maar alles kan kapot.’ Ik lach voluit. Ik wist het. Ik weet ook dat ze stapelgek is op haar Marc. Ik heb zelden zo’n solide basis gezien als zij hebben. Als er een stel is waarvan ik durf te stellen dat dit voor het leven is, zijn zij het.
‘Hoe oud is Roderick?’. Ik voel aan waar dit heengaat. En speel mee. ’49.’ Elisabeth knikt. ‘Hij is heel goed geconserveerd.’ Weer lach ik voluit. ‘Uh huh, maar aan lieve vrienden moet je niet knabbelen.’, knipoog ik. Uit ervaring weet ik dat je daarmee meer sloopt dan dat je ermee wint. Al dwingt mijn beroepsdeformatie me te zeggen dat dit ook afhangt van de omstandigheden van het geval. Elisabeth trekt haar wenkbrauwen op. ’49. Hoeveel jaar zit daartussen? 20? Ish?’. Ik weet waar ze op doelt – op wie. En speel weer mee. ‘Yup. Ieder aan een kant van het spectrum.’ En inmiddels weet ik ook dat beide kanten heel veel moois te bieden hebben. Heel veel moois en heel veel liefde. Elisabeth’s labrador gooit zijn lichaam tegen mijn been voor een full body knuffel. ‘Ha,’, grinnikt Elisabeth, ‘op jouw leeftijd kun je zowel de vader als de zoon daten, wist je dat?’. Schaterlachend. Ze heeft duidelijk dezelfde artikelen gelezen. En een vergelijkbare kring met vriendinnen. ‘Klopt,’, antwoord ik – een lach wegslikkend. ‘Maar niet tegelijkertijd.’. Want daar vind ik mezelf dan weer wel te oud voor.