– en waarom het waarschijnlijk evenveel is –
Quint stapt uit de bakfiets, pakt zijn rugzak en draait zich naar me toe voor een kus. ‘Nope, ik meer van jou.’, fluister ik. Hij stapt richting het hek van de school. Een no nonsense ‘Ik meer van jou.’ fladdert achter hem aan. ‘Wil je een kus, meis?’. Max rent met haar rugzak over haar linkerschouder en wapperende rode lokken het schoolplein op. ‘Nee!’. Ik lach. ‘Ik hou van je.’. Zonder zich om te draaien volgt er een ‘Jaja, ik ook van jou.’.
Quint gaf me een week of twee geleden aan dat hij het niet meer zo ‘relaxed’ vindt als ik in het schoolgebouw kom. Er zijn wat uitzonderingssituaties, maar de hoofdlijn lijkt inmiddels te liggen bij ‘buiten het hek’. Dus daar blijf ik. Hij is bijna 10. Ik zou dit volledig op de prepuberteit kunnen gooien, maar weet dat het waarschijnlijk te maken heeft met de volgende stap in een stukje groter en zelfstandiger worden. Die navelstreng is weer een stukje verder door.
Inmiddels weet ik dat het houden van als moeder hand in hand gaat met loslaten. Elke keer een beetje meer. Quint en Max te helpen om zich klaar te maken voor die mooie wijde wereld en ze stapje voor stapje het ponypark dat het leven is te laten verkennen. Doch, das Leben ist ein Ponyhof. Laat je niets anders wijsmaken. En dat betekent dat ik af en toe van een afstandje toekijk en zie hoe mijn kinderen (letterlijk en figuurlijk) struikelen. Mezelf ervan weerhoudend (nagelbijtend, pols op 140 en hoppend van been op been) om er direct op af te hollen en de situatie voor ze op te lossen. Want daar help ik ze – weet ik inmiddels – niet altijd mee. Ik geef ze daarentegen juist keer op keer mee dat ik er ben als ze me nodig hebben. Onvoorwaardelijk en zonder oordeel. ‘Wil je erover praten, dat ik naar je luister, advies geef of gewoon alleen een knuffel?’. Stapels boeken over veilige hechting verder (vertel me dat je zelf opgevoed bent door baby boomers, zonder me te vertellen dat je opgevoed bent door baby boomers) geloof ik inmiddels dat daar opvoedkundig een waardevol middel ligt. Of in ieder geval hoop ik dat dit zo is. Het ponypark verkennen vanuit de veilige stal die thuis is, zeg maar. Om binnen de metafoor te blijven.
Disclaimer (juristendeformatie): Ik pretendeer niet dat ik iets anders aanhang dan de filosofie van ‘winging it’ en ‘liefdevolle chaos’. Want heel eerlijk, het is vrij evident dat ik maar iets doe. Vanuit liefde – dat wel. Maar voor ons werkt het. En dat is voor mij puur goud. Of rhodium. Quint wist mij laatst te vertellen dat dat een kostbaarder metaal is. Op mijn vraag waar hij die kennis vandaan had, volgde een droog ‘Uit een boek. Dat jij voor me gekocht hebt.’.
Terug naar de ‘meer van jou’. Quint en ik kunnen daarover aan het tennissen blijven. Max vindt het hilarisch om haar broer bij te vallen. Twee tegen een. Het is inmiddels een sport die we tot Olympisch niveau verheven hebben (see what I did there). Alledrie wetende dat er nooit een winnaar uit de bus zal komen.
Al weet ik diep vanbinnen dat ik die winnaar ben. Sinds de geboorte van mijn kinderen heb ik een deel van mijn hart buiten mijn lichaam rondlopen. Daardoor is het kwetsbaarder, maar ook heel puur. Quint en Max zijn de enigen die weten hoe mijn hart van binnenuit klinkt. Met de geboorte van Quint wist ik wat onvoorwaardelijke en intense liefde is. Met de geboorte van Max leerde ik dat die liefde zich vervolgens binnen een split second vermenigvuldigt. Zij zijn de liefde. Met hen is het leven leuker, schijnt de zon warmer en zijn de sterren helderder. Elke dag vind ik het weer een voorrecht ze te mogen leren kennen. Feit.
Weer terug naar de ‘meer van jou’. For argument’s sake: we hebben gedrieën besloten dat we ‘ik meer van jou’ van elkaar houden. Ik keur het goed. Al kan ik het ‘s avonds niet laten om – als ik bij de kinderen kijk als ze liggen te slapen – ‘ik echt meer van jou’ in hun oortjes te fluisteren. Game – Set – Match.