– en waarom ‘Pick your battles’ een lifestyle is –
‘Chris!’ Proestend probeert Bas te voorkomen dat zijn koffie zich richting luchtpijp verplaatst. Althans, zo klinkt het door m’n oortjes. ‘Wat een varkens.’ Hij heeft een punt. Wel lieve varkentjes overigens. Maar ik ben lichtelijk bevooroordeeld. Aangezien ik said varkentjes gebaard heb.
Ik trek de WC naast de douche door, kieper een kwak WC-Eend in de pot en spray de bril in met de trusty Zofloraspray. De badkamer ziet eruit alsof er zich een veldslag heeft afgespeeld. Ik pak de twee badlakens van de vloer en hang ze uit. Bas neemt in mijn oor het nieuws van de dag door. Ik ‘hmm’ in teken dat ik luister terwijl ik her en der verspreide kledingstukken van de vloer pluk. Ook het gebruik van de wasmand lijkt optioneel. Wasmachine aan, droger op de ‘extra droog’-stand en door naar de getroffen gebieden op de benedenverdieping.
In de keuken tref ik deel twee van de veldslag aan. ‘Serieus, Bas. Hoe dan? Het is ook mijn donderdag, he?’ Ik krijg prompt een FaceTime-verzoek. Bas’ gezicht verschijnt op het scherm. Lachend en duidelijk in volledige chillstand. Kamerjas and all. Ik leun met mijn ellebogen op het aanrecht. Hoofd in mijn handen. ‘Heb je je duster aan, Mrs Bucket?’, vraag ik hem. Hij lacht. ‘Buckeeeeeet residence, this is the lady of the house speaking.’, gaat Bas mee in m’n narrative. Lachend gebaar ik naar de stapel borden op het aanrecht. Bovenop de afwasmachine. De stap naar ‘afwasmachine inruimen’ lijkt niet heel groot. ‘Heb je niet zo’n lijst met taakjes in huis?’ Bas heeft een punt. Die lijst is er. ‘Afwasmachine inruimen’ staat daar zeker op. En normaalgesproken werkt die lijst heel prima. Maar de afgelopen paar weken wat minder. Druk op school. Veel naast school en werk. We hollen en vliegen voortdurend half Utrecht door. Het leven van een bakfietsmoeder. Ik haal mijn schouders op. ‘Ik pak morgen een andere kleur stift. Met glitters. En wat stickers. Komt wel goed.’ M’n battles pickend ruim ik de afwasmachine in. En poets het fornuis. Dit alles met op de achtergrond Bas. Die me bijpraat over de laatste Snobcast.
De volgende middag (‘Eindelijk vrijdag!’ om met Magalie te spreken) loop ik door de hal richting keuken om een glas Spa te pakken. En breek nog net geen enkel door de berg schoenen die middenin de gang geparkeerd is. Niet alleen die van Quint en Magalie, maar ook van hun speelafspraakjes. Vrijdag is hier ‘anything goes’-dag en dat weten hun vriendjes en vriendinnetjes. Ik pick wederom m’n battles en schrijf met paarse stift ‘schoenen netjes in de gang’ op de lijst met taakjes. Naast ‘Scottie uitlaten’, ‘katten eten geven’ en ‘afwasmachine uitruimen’ zie ik glitterstickers geplakt. De nieuwe kleuren en stickers werken. ‘Dank dat jullie de afwasmachine uitgeruimd hebben!’, roep ik door huis. Geen flauw idee waar de kinderen uithangen. Ik gok dat ze aan het lezen zijn op de TV-kamer of al spelend een enorme bende maken van hun eigen kamers. ‘Kamers opruimen’ staat overigens ook op het lijstje.
Een paar uur later duw ik de voordeur achter me dicht. Licht door een avond op pad met vriendinnetjes. Ontspannen door het goede gezelschap, buikpijn van het lachen en lichtelijk aangeschoten door de wijn. ‘Hoe ging het? Fijn dat je er was.’ Ik trek mijn jas uit en hang deze over de verwarming. Regen. Onze lieve oppas Eva loopt de hal in. ‘Goed. Ze lagen er om half negen in. En ik heb net nog even bij ze gekeken.’ Eva pakt haar jas uit de kast in de garderobe en loopt de hal weer in. ‘En ze hebben me ingemaakt met Mario Kart.’ Ik glimlach. Het klinkt alsof de kinderen en ik alledrie een fijne avond hebben gehad. Eva zwaait en stapt op de fiets naar huis. En roept over haar schouder – capuchon over haar hoofd – dat ze deze keer echt meteen een Tikkie zal sturen.
Oke, een fles water (vooruitziende blik met oog op morgenochtend – wijn hakt er een stuk harder in dan tien jaar geleden) en naar bed. Ik geef onze hond Scottie een knuffel en loop de trap op. Draaiend aan de dimmer naast de deur dim ik het licht in de slaapkamer iets. Een jaar geleden heb ik mijn slaapkamer volledig aangepakt en ik word er nog elke keer heel blij van. De grijsblauwe kleur op de muren. Het hoofdbord dat ik van een kamerscherm van mijn grootmoeder maakte. Het Kingsize bed. En de vier meter kast. Naar bed, Christel, hop. M’n jurkje hang ik over de paspop die ik samen met de kinderen bij een Brocante winkeltje in Soest vond. Ik noem haar Bernadette. ‘Wil je m’n vest even van Bernadette pakken.’, bekt nu eenmaal lekkerder. Je paspop een naam geven: aanrader. Naar bed, hop.
Waar ik begin twintig nog wel zonder mijn make-up van mijn gezicht te wassen naar bed ging, ben ik nu bijna religieus waar het op gezichtsreiniging ziet. Met een gezicht vol schuim (Koreaanse skincare voor de win) kijk ik in de badkamerspiegel. Zo’n grote vierkante met theaterverlichting rondom. Langs de randen van de spiegel hangen allerhande briefjes van de kinderen. ‘Max hartje mama.’ ‘Ik vin j lief.’ Liefdesbriefjes. Vanavond zie ik een nieuw briefje in de rechterbovenhoek. ‘Mama’s taakjes’ Ik ga het lijstje af. Dat schuim spoel ik er zo wel af. ‘Was opvouwen’ ‘Kattenbak schoonmaken’ ‘Schone bedden’ En helemaal onderaan ‘Ik hou van je zeggen’ en ‘Knuffels geven’. Ik glimlach en bedenk me dat ik meer glitterstickers nodig heb.