– over opgroeien in the Era of Taylor Swift –
Luidkeels meezingend danst Magalie door de keuken. Etenstijd staat hier gelijk aan samen koken en dus aan keukendansen. Het leven is te kort en te leuk om niet door de keuken te zwieren. Feit. De deal is dat Quint en Magalie om de beurt een nummer mogen kiezen. Scheelt blauwhelmen van mijn kant. Voor Quint is Harry Styles vaste prik. Magalie groeit met de dag in haar Taylor Swift fandom. Ze zingt de nummers stuk voor stuk uit volle borst mee. Maar heeft gok ik geen enkel idee wat ze nu precies zingt. Ik vind het hilarisch en Magalie heeft er zichtbaar lol in. Winst. Ze oefent alvast voor Taylor Swift’s concert in juli. Zo vertelt ze ieder die het maar wil horen. Ze kan niet wachten. We gaan samen. Met haar broer ging ik vorig jaar zomer naar Harry Styles. En kluste daarvoor (epische – al zeg ik het zelf) outfits. Magalie verwacht van mij hetzelfde voor het concert van Taylor Swift. Ze heeft geen flauw idee dat ik al een Pinterestbord vol inspiratie heb. De naaimachine en ik hebben in juli een date.
Maar dat is juli. Nu is het februari. Terug naar de keuken. Focus, Christel.
Ik hak de zoete witte ui die voor me op de snijplank ligt in stukjes (‘diced’). Het Beyond Meat-gehakt pruttelt met de gechopte kastanjechampignons en drie tenen knoflook in de pan. De aardappel-/bloemkoolpuree staat te wachten tot de rest van de ingrediënten klaar is om de oven in te gaan. Shepherd’s Pie. Een van de lievelingsgerechten van Magalie. Ik zing mee met Harry Styles ‘Water Melon Sugar’. Quint springt bij elke ‘Water Melon Sugar HIGH’ zo hoog mogelijk in de lucht. Glimlachend schuif ik de ui in een koekenpan en schep het gehaktprutje in een ovenschaal. Mijn hart heeft vandaag het pure plezier van keukendansen met mijn kinderen iets meer nodig dan op andere dagen. Want ook moeders van 40 hebben wel eens luduvudu. De vrolijke stemmen van mijn kinderen en hun kekke dansmoves (‘hebben ze van hun moedah!’) werken als lijm op mijn hart. Glitterlijm. Of gouden verf. Kintsugi (*de Japanse kunst van het repareren van gebroken keramiek met goud- of zilverkleurige lak) van de Lage Landen. Het speelt zich gewoon af in onze keuken. Quint springt naast me in het rond. Ik sla een arm om zijn schouders en kus hem op zijn blonde haren. Ik ruik de shampoo die hij meegenomen heeft van onze skitrip naar Wengen. ‘Op je rug!’ Ik draai me om en pak Magalie bij haar middel om haar vervolgens op mijn rug te sjorren. En met mijn hoofd omhoog rondjes te draaien. Met een van pret gillende kleine meid op mijn rug. Terwijl Quint om ons heen danst. My cup runneth over van liefde.
Quint hopt richting keukenkastjes. Ah, uit zichzelf de tafel aan het dekken. Ik moedig dit soort dingen aan. Volledig. Ik laat Magalie voorzichtig van mijn rug glijden en vraag haar om haar broer even te helpen. Met het bestek in haar handen huppelt ze naar de kamer. ‘Die messen zijn scherp, lief!’, roep ik haar na. Niet helikopter parenten, Christel. Niet helikopter parenten. ‘Zei je wat, mama?’ Het kleine stuk joie de vivre huppelt de keuken weer in. Ik schud lachend mijn hoofd. Quint slentert achter haar aan. De prepuber in ‘m is showing. Ik schuif de ovenschotel met een flinke berg geraspte geitenkaas over de puree in de oven. Alles is al warm en gaar, dus alleen de kaas hoeft nog te smelten.
‘Kiddo’s, deze ronde kies ik.’ Het levert me in koor een ‘Nou Mahahaam.’ op. Ze hebben gezamenlijk besloten dat ik ‘naar muziek van vroeger luister’. Dit resulteert er uitsluitend in dat ik het volume in de regel wat hoger draai en vals meezing. Ze bereiken er weinig mee. Ik scroll door iTunes en vind wat ik zoek. ‘Sterrenstof’ – cultnummer van de Jeugd van Tegenwoordig – borrelt door de Sonos. Quint doet spontaan de robot. Magalie wacht duidelijk op een specifiek stukje tekst uit het nummer. Ondeugende grijns op haar gezicht en handje in de aanslag. ‘De wereld is weer plat ja, op je bolle bips na.’, zingt ze voluit mee. Om me vervolgens schaterend op mijn billen te tikken. Quint draait zijn heupen heen en weer en zwaait zijn armen in de lucht. De oven piept in teken dat de Shepherd’s Pie klaar is. ‘Oké, kleine glijpanters van me. Eten!’. Uit mijn ooghoek zie ik hoe de kinderen in conga line naar de kamer lopen. Met twee volgeschepte borden op mijn linkerarm en een bord voor mezelf in mijn rechterhand solo conga line ik achter ze aan.
Het is een uur later. Quint en Magalie liggen warm ingestopt in hun bedden. Van die hippe pakhuisbedden. Compleet met bloembakken en raampjes. Onmogelijk om op te maken overigens. Maar dat zeggen ze er niet bij als je die units bestelt. Ik haal de handdoeken van de badkamervloer en hang ze over het rek. Onze poes Coco draait om mijn benen. Ik aai haar over haar ruggetje en doe het licht in de badkamer uit. Next stop: het slagveld in de keuken.
Met de Zofloraspray in de hand pak ik de afterparty aan. Dansend. De Sonos in de keuken bleek een goede zet. iTunes shufflet door mijn muziekbibliotheek. Twee tellen later knalt Taylor Swift’s ‘We are never ever getting back together’ door de keuken. Oef, iTunes, how to kick a girl when she is down. Mijn kinderen zijn (knock on wood) vaste slapers, dus ik voel me volledig ongeremd om lachend en luidkeels mee te zingen. Ik linedance over de vloer. Zo’n spray is een ideale microfoon. Al Risky Businessend glijd ik op mijn sokken over de vloer. Skills. Pure skills. Aanrecht schoon. Afwasmachine draait. Laatste taak: het fornuis. En de vetspetters op de afzuigkap. Met de Zofloraspray vol in de aanslag roep ik ‘He Siri, speel This Will be van Natalie Cole.’ Natalie Cole’s stem dwarrelt door de speaker mijn keuken in. Ik hustle mezelf van links naar rechts voor het fornuis. ‘So long as I’m living true love I’ll be giving.’ Armen in de lucht, hoofd in mijn nek en luidkeels meezingend, draai ik rondjes door de keuken. Kintsugi, mensen, Kintsugi.